Er komt met ingang van 1 januari 2013 een Zeeuwse RUD, die taken zal uitvoeren op het gebied van vergun¬ningverlening, toezicht en handhaving voor onderdelen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Wet milieubeheer. Ze doet dat in opdracht van de Zeeuwse gemeenten, de Provincie Zeeland en Waterschap Scheldestromen, die op deze manier invulling geven aan beleid van de Rijksoverheid.

Daarnaast wil de staatssecretaris taken van BRZO-bedrijven reorganiseren en 70 personeelsleden weghalen bij de provincie, welke worden ondergebracht bij Brabant of Zuid-Holland. In Zeeland blijven er dan te weinig medewerkers over om de taken goed uit te voeren. Aangezien de staatssecretaris ‘er over nadenkt’, is het van belang om in Zeeland z.s.m. een sterke uitvoeringsdienst op orde te hebben, zodat die voor Zeeland behouden blijft.

In Borssele, Middelburg, Vlissingen en Terneuzen zit echter het probleem. Daar staan grote bedrijven, die nu onder bevoegdheid van de provincie vallen. Daar gaat het nu over de (bouw)leges: die gaan formeel van de gemeente naar de provincie. Maar als de staatssecretaris Atsma de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving voor de grote BRZO-bedrijven centraliseert, houden we geen levensvatbare RUD  over in Zeeland. Daarom heeft GroenLinks Terneuzen de volgende vragen gesteld aan het college van B&W in Terneuzen;

De ambtenaren blijven op hun huidige werkplek, maar hoe zit dit dan met aansturing, leges, bevoegdheden etc.? Eigenlijk kun je bijna stellen wat veranderd er eigenlijk op deze manier?

Wordt deze voorgestelde vormgeving van de RUD wel voldoende robuust om levensvatbaar te zijn?

Zou het college van B&W niet beter pleiten voor één regionale dienst, waardoor een RUD wel voldoende robuust kan worden?